Weer naar school

De vakantie is voorbij, je gaat naar school.

s 'morgens moet je vroeg uit je bed, je tas pakken en op naar school.
Je ziet je vriendinnen of vrienden weer. Je zit gelijk weer in het ritme.
Nieuwe klas, misschien nieuwe juf en nieuwe groep, Allemaal weer even wennen.


En dan moet je ook weer aan de slag zoals huiswerk maken, Op school je vakken doen.
Toch weer leuk maar soms ook niet.


Soms denk ik er over na, en denk dan van wat gaat de vakantie toch snel.
Je hebt pas gezegd fijne vakantie allemaal en nu zit je alweer op school.
Ik vind het maar snel gaan.

Hopelijk hebben jullie ook een leuke vakantie gehad.
Ik ieder geval wel.